In Bunschoten
Ik was het hemelvaartweekeinde van Winschoten naar Bunschoten.
En Quandy is ook mee.
Bunschoten wordt vaak in één adem genoemd met Spakenburg, omdat de plaats één geheel is onder de naam Bunschoten-Spakenburg.
Vroeger was Bunschoten een boerenstad ten zuiden van het vissersdorp Spakenburg.
De nieuwbouwwijken zijn allemaal even mooi en netjes en gaan naadloos in elkaar over.
Het drukke levendige centrum van Spakenburg is erg oud, fraai en herkenbaar.
En de oude stad Bunschoten in het zuiden is erg rustig, en ook erg bijzonder, door de nimmer volgebouwde stadsweide.
De gemeente heet echter Bunschoten, dus ik kan met goed fatsoen zeggen dat ik was in Bunschoten.
De keuze is reuze.
Wat Winschoten en Bunschoten gemeen hebben is een Kerkstraat, hoewel de staat in Bunschoten echt een straat is, en die in Winschoten slechts een bordje aan de muur in een steeg.
En zijn fietsers toegestaan, maar snorfietsen dan weer niet.
Na het nuttigen van een ijse kwam ik er achter dat ik voor een monument zat.
De kransen staan er nu een volle week, toen ik stil was bij het monument in Winschoten stonden alhier mensen stil bij dit monument in Bunschoten.
De haven van Winschoten bestaat nog steeds, de haven van Bunschoten is eens geweest.
Dit is een uniek gebied, de gracht werd in de middeleeuwen aangelegd, daarbinnen is het in al die eeuwen nimmer volgebouwd, en dat zal ook nimmer gaan gebeuren.
Winschoten heeft drie molens, Bunschoten één.
Een straatje in Bunschoten draagt dezelfde naam als een dorpje in de gemeente Oldambt waar Winschoten de hoofdstad van is.
En nu heeft u er weer tien gezien.
Je was zeker in Bunschoten het boerendorp nu veel andere industrie gekregen.
Een mooi monument, maar vreemd dat er speciaal een bordje moet staan om er geen fietsen te plaatsen.
Wikipedia is duidelijk: De naam Kostverloren kan verklaard worden door zijn militaire functie: als dit gedeelte van de vesting veroverd was, dan was de cost (de slag) verloren. Hans