Heel diep ondeR LuxembuRg
Vandaag zijn we naar het Nationaal Mijnbouwmuseum in Rumelange in het diepste zuiden van Luxemburg geweest.
Aldaar aangekomen bleek dat het pas open ging om 14 uur, want zo zijn ze hier in Luxemburg.
Toen om kwart voor twee de deur openging dromden de veelal Nederlandse toeristen naar binnen om een kaartje te bemachtigen.
We kregen een netje op, en daar bovenop een helm.
Ik heb wel vaker een helm gedragen, tijdens werkzaamheden op een bouwput, maar nog nimmer met een netje.
En we kregen een ding dat met een koort rond de nek kon worden gehangen, met toetsen en een luidspreker, om bij het oor te houden als de gids begon met spreken.
Een Belgische stem had van alles ingesproken zodat de Luxemburgse gids lekker alles in het Duits en Frans uit kon leggen.
Voor het zover was gingen we allemaal in een treintje dat ons naar 600 meter diepte voer.
En daar leerden we al wandelend over de meer dan honderd jaar geschiedenis van de mijnbouw aldaar.
We zagen hoe zwaar het begon en met wat voor machtige machinnes het eindigde, wonderbaarlijk.
Er leek geen eind aan te komen, maar na ruim een uur zaten we toch in het treintje terug naar daar waar de zon schijnt.
Daarna nog een kop koffie genuttigd op een terras waarvan de serveerster alleen Luxemburgs sprak.
En toen weer naar de camping om te eten, af te wassen, te douchen en fijn naar de radio te luisteren.
Want dat kan hier allemaal middels mijn laptop en de uitstekende internetverbinding alhier op de camping.
In de ochtend fijn Arbeitsvitaminen en in de avond lekker 3voor12!
Want de wereldomroep bestaat niet meer...
elf reacties
Een mooi uitstapje….!
Je hebt op het terras vast wel duidelijk kunnen maken, wat je graag wilde hebben.
dit vind ik altijd een van de nadelen van mijn handicap, ik kan geen grotten of mijnen meer bezichtigen
Dat is direct ook de oorsprong van de spoorwegen, de mijnbouw. Geweldig historisch verantwoord uitje dus!
Ja, dat is zeker heel interessant, maar 6oo meter onder de grond… nee, brrr… arme mijnwerker van weleer.
Het leven van mijnwerkers van vroeger lijkt mij geen pretje te zijn geweest. Brr. je zult zo’n zwarte man thuiskrijgen en dan natuurlijk ook nog doodmoe.
In België ben ik ook ooit een mijn ingeweest.
Machtig interessant.
Ik herinner mij de kolenstof nog goed bij ons thuis.
Zonnige groet,
Dat netje onder die helm is ongetwijfeld bedoeld om de binnenkant van de helm een beetje “fris“te houden. Omdat steeds weer andere mensen die helmen dragen lijkt me dat ook wel zo verstandig.
Lijkt me heel interessant om daar eens rond te kijken, mijnwerkers hebben altijd een heel zwaar leven gehad..
Ik ben in het mijnmuseum in Valkenburg geweest en vond dat al spectaculair, maar in Luxemburg doen ze er nog een schepje bovenop! Wat een zwaar leven hebben die mijn werkers gehad, hè? Ik moet er niet aan denken dat mijn man of kind daar zou moeten werken.
Machtig interessant weer, René! En inderdaad: veel mensen in andere landen spreken alleen de taal die in dat land het meest gesproken wordt. Dat is eigenlijk helemaal niet zo gek. Wat is eigenlijk ‘bier’ in het Luxemburgs? Dat lijkt mij dan weer handig om te weten.