Wie goed kijkt ziet daar een zandbank, wat ze ook wel een eiland noemen en het heet zowel Noorderhaaks als De Razende Bol, onbewoonbaar voor mensen.
Texel is een mooi eiland.
Vreemde straatnaam.
Zeer toeristitsch ingesteld, en dat is maar goed ook.
Zoekplaatje, zoek het konijn.
En overal palen die je dan maar geloven kan.
Typisch Texels, met de kont in de wind.
En veel zelfbediening.
Alles overwegend in het Nederlands, we zijn tenslotte ook in Nederland.
Mooi landschap.
Beetje absurd dat hier 40 natuurgebieden zijn, op een eilandje ter groote van een postzegel. En dat militairen er wel mogen schieten en de boel platstampen, maar ik niet.
Op mijn verjaardag toog ik eens van Texel naar Vlieland. Met een bootje vol toeristen de scheiding van de Waddenzee en de Noordzee over en tevens over een provinciegrens. We kwamen aan aan de westpunt van Vlieland, dat Vliehorst heet, een zeer uitgestrekte zandvlakte, en met de Vliehors Expres werden we naar de bewoonde wereld gebracht.
Vanaf het Posthuis was het nog zeven kilometer tot het dorp Oost-Vlieland. Een prachtige wandeling en het werd ook nog prachtig weer.
Het dorp is prachtig mooi. Kleine knusse straatjes met kleine knusse huisjes, en op een terras heerlijke koffie met appelgebak. We gingen met de bus weer terug naar het posthuis, Quandy nam plaats op de achterbank! En toen weer door de woestijn en over zee terug naar Texel.