We kregen een Nederlands sprekende gids mee, een helm op, zonder netje dit keer, en we moesten een jas aan.
En toen met z`n allen de lift in om 30 meter te zakken, en aldaar werden we rondgeleid.
De gids was een beetje erg breedsprakig en wilde alles goed uitleggen zodat we het allemaal goed begrepen.
Er waren ook kinderen bij, en daar hield hij ook rekening mee. Toch kwam de volgende groep, die een half uur later begon, ons al op de hielen zitten.
Toen we op 60 meter diepte zaten gingen we met een andere kooilift weer naar boven en zagen de rest van de fabriek.
Daarna wandelden we de Terril van Blegny nog eens rond, en betraden die middels de traptreden tot de top. En die terril is dan een berg met al het opgehaalde steen wat overtollig en onbruikbaar was en op een bult gegooit, en nu groeit daar allemaal natuurschoon op.
En daar bovenop was het uitzicht magistraal, want ik zag de Sint Pietersberg!
Op de terugreis nog de middelvinger van een boze verkeersdeelnemende belg mogen aanschouwen, en wegen waar je alleen langs komt omdat de navigatie die weet, en savonds lekker gebarbecued op de camping.
En de wc leeggegooit, want dat moet ook af en toe eens.
Aldaar aangekomen bleek dat het pas open ging om 14 uur, want zo zijn ze hier in Luxemburg.
Toen om kwart voor twee de deur openging dromden de veelal Nederlandse toeristen naar binnen om een kaartje te bemachtigen.
We kregen een netje op, en daar bovenop een helm. Ik heb wel vaker een helm gedragen, tijdens werkzaamheden op een bouwput, maar nog nimmer met een netje.
En we kregen een ding dat met een koort rond de nek kon worden gehangen, met toetsen en een luidspreker, om bij het oor te houden als de gids begon met spreken. Een Belgische stem had van alles ingesproken zodat de Luxemburgse gids lekker alles in het Duits en Frans uit kon leggen.
Voor het zover was gingen we allemaal in een treintje dat ons naar 600 meter diepte voer.
En daar leerden we al wandelend over de meer dan honderd jaar geschiedenis van de mijnbouw aldaar.
We zagen hoe zwaar het begon en met wat voor machtige machinnes het eindigde, wonderbaarlijk.
Er leek geen eind aan te komen, maar na ruim een uur zaten we toch in het treintje terug naar daar waar de zon schijnt.
Daarna nog een kop koffie genuttigd op een terras waarvan de serveerster alleen Luxemburgs sprak.
En toen weer naar de camping om te eten, af te wassen, te douchen en fijn naar de radio te luisteren. Want dat kan hier allemaal middels mijn laptop en de uitstekende internetverbinding alhier op de camping.
In de ochtend fijn Arbeitsvitaminen en in de avond lekker 3voor12! Want de wereldomroep bestaat niet meer...
Het is ongeveer een uurtje rijden vanaf Luxemburg. Nu is het zo dat ze in Luxemburg overal met de wegen bezig zijn, in Belgie doen ze dat volgens mij al jaren niet meer.
Het klooster bestaat uit twee gedeeltes, en het gedeelte waar de 14 monniken leven konden we slechts vanaf de zijkant zien.
We kregen een rondleiding in het Nederlands en leerden zo van alles en nog wat.
We zagen eveneens hoe ze het bier maken, en hoe ze het kaas maken moeten we zelf dan maar bedenken.
De ruine vond ik het mooist, maar een kijkje in de kerk was ook wel leuk.
Daarna, vlak buiten het klooster, lekker gegeten, en daar zat hun kaas overheen.
Ik vind geloof maar iets raars, en mensen die hun hele bestaan daar aan opofferen, daar heb ik dan toch mijn bedenkingen bij.
Maar goed, ze doen er niemand kwaad mee, dus ze gaan hun gang maar.
En al had ik er wel bezwaren tegen, dan nog gaan ze hun gang.
Mensen die denken dat ik het niet naar mijn zin heb of sensatie zoek hebben het mis. Mensen moeten ook niet zoveel denken, maar gewoon lezen wat er staat. Daarbij zal ik pogen zo duidelijk als maar mogelijk te zijn.
Ik ben op vakantie in Luxemburg en heb het reuze naar mijn zin en vertel dagelijks wat ik zoal meemaak en pleur er dan tien foto`s bij die op dezelfde dag gemaakt zijn, maar niet echt aansluiten bij de teksten.
Vandaag begon zeer zonnig en zijn we naar Fond de Gras geweest, moeilijk te vinden, eerst waren we al in het verkeerde dorp, daarna in de verkeerde stad en toen eindelijk waar we wezen moesten. Alleen was de parkeerplaats vol en moesten we een plekje hogerop zoeken, waar nog ruimte genoeg was.
Het park was vroeger een industriegebied en nu geheel gratis voor toeristen toegankelijk.| En nu was het toevallig vandaag ook nog een oldtimerdag daarzo, smullen voor de liefhebber! We kochten een broodje worst en treinkaartjes voor de tweedeklas van de stoomtrein.
De trein vertok, reed een stukje, bleef stilstaan en ging achteruit weer terug. WTF is dat nou? Een tientje per kaartje betalen voor zo`n kort stukje? We begrepen er niets van, en wat andere Nederlanders met ons ook niet. Terug op het station bleef die weer een tijdje staan en toen vertok die weer, dit keer via een ander spoor en een half uur langer. Op naar de grensplaats met Belgie, en toen weer terug. Dit was meer als lang genoeg met deze nostalgische stinkende stoomtrein, waarbij een mongool de kaartjes perfect knipte. Er waren meer mongolen werkzaam daar, leuk bezig!
Daarna maar eens een kop koffie nuttigen en het smalspoottreintje zoeken en vinden.
Deze trein was wat kleiner en luchtiger, en eenmaal helemaal afgevuld vertok die, en opeens hield die op en stond die stil en kennelijk moesten we allemaal uitstappen, want dat deden we dan maar.
Het zonnige weer was omgeslagen in wat nattigheid, en daar stonden we dan op een station met verder niks te zien of te doen.
Toen kwam er een ander smalspoortreintje aan, deze met dichte coupe`s, en de mensen die daar in zaten stapten uit en gingen in onze open trein, en wij mochten daar in. We reden de grot in, wel vier kilomter lang en daar de berg weer uit, in een voormalige mijnwerkersplaatsje aan de Franse grens. Daar stond die even stil, er kwamen wat passagiers bij en we reden zomaar weer terug, de berg in.
Midden in de berg kwamen we tot stilstand en moesten we uitstappen. De mensen die Frans verstonden moesten achter een Franssprekende gids aan en de mensen die Duits verstonden achter de Duitssprekende gids aan. We kozen voor de Duitse, maar verstonden helemaal niks, en de snorremans maar uitleggen en dingen voordoen en zo, hij zette zelfs nog een machinne in werking. En het zal allemaal wel, maar ik had het koud en snapte er geen snars van, gelukkig mochten we toen weer in de trein, de grot weer uit, het andere open treintje weer in en ook weer uit.
En toen regende het echt en moesten we nog helemaal naar de auto lopen op de parkeerplaats bovenaan. Maar mensen uit de menigte hielden een oldtimerbus aan, en die chauffeur was zo vriendelijk om ons allemaal gratis mee te nemen.
Fantastisch vriendelijk volk! En toen naar de camping en de korte kleding ingeruild voor de lange.
Vooraleerst echter, de foto`s staan los van de teksten, maar toch is dit allemaal het verslag van vandaag. Een beetje rommelig, maar dat heeft ook wel wat.
Vandaag zijn we naar het koningklijk paleis geweest, want als de familie op vakantie is, wat veel langer duurt dan de armzalige drie weken die ik heb, is het onderste gedeelde toegangelijk voor publiek.
Nu heet dat hier groothertog, en dat is dan een rang lager of zo, achterlijk gedoe, want opvreters zijn het.
Hoe dan ook, om drie uur is er een rondleiding in het Nederlands.
Dan moeten ze eerst in tassen kijken en moest ik door een piepend poortje en kwam er een vent me betasten en moest ik zakken leeghalen en het bleef maar piepen maar ik mocht er toch in.
De Nederlands sprekende rondleidster sprak zeer zacht en onduidelijk, dus de helft is me ontgaan.
Maar wat een pracht en praal, er is werkelijk nergens op bezuinigd en het is overweldigend in wat voor een weelde deze familie leeft.
We mochten niet alles zien, want ze hebben ook nog prive vertrekken. Daar snap ik dan niks van, hoezo prive, alles is toch aan het volk ontfutseld, en dan ook nog een prive?
Daarna nog maar wat rondgewandeld door de stad, en waar het ergens FREE was naar binnen gegaan, en dat bleek een heus museum.
Er was van alles te zien, van een heleboel potten en nog meer potten, en pannen en muntjes en botten tot zelfs mummie`s toe, en lijken met pikken en al. Totaal respectloos naar de doden toe. En schilderijen.
We konden wel vijf verdiepingen omlaag en gingen toen met de lift weer helemaal naar boven, om aldaar via de trap weer af te dalen. En her en der de vertrekken bekeken.
En toen we naar buiten wilden belanden we via een luchttunnel in een ander gebouw met weer allemaal zooi, en kasten en lampen en meubels en meer, en toen via een andere tunnel weer terug naar het eerste gebouw en daar naar buiten.
En toen savonds op de camping lekker gegeten en nog gevouwfietst en het was best een frisse dag. Hopelijk morgen wat warmer.